Trainingsacteur

Door trainingsacteur Janine de Muinck

Als je deelneemt aan een assessmentcenterprogramma maakt een rollenspel met een trainingsacteur hoogst waarschijnlijk onderdeel uit van de procedure. Spontaniteit is hierin vaak wenselijk, maar een goede voorbereiding is ook het halve werk.

Dus hoe gaat een dergelijk rollenspel nou in zijn werk?

Allereerst ontvang je van te voren een case of meerdere cases die je kunt voorbereiden. Als het rollenspel begint wordt je opgehaald door de assessor. Deze zal je tijdens de praktijksimulatie ook observeren en beoordelen. De assessor zal aangeven hoeveel tijd je hebt voor het rollenspel. Deze kan variëren van een kwartier tot een half uur.

De trainingsacteur zit al in de rol zodra je binnenkomt. Verwacht geen gek typetje aan de andere kant van de tafel. Het spel zal naturel zijn, waardoor je al snel het gevoel zult krijgen in een echt gesprek te zitten. Rollenspellen kunnen nogal verschillen qua duur, omvang, inhoud, vorm en benaming, maar ze hebben altijd een ding in gemeen: de gedragskenmerken die wenselijk zijn voor een functie  worden getoetst. Het is daarom belangrijk dat je als deelnemer aan een assessmentcenterprogramma weet op welke competenties je in het rollenspel getoetst wordt. Voor een functie zijn er meestal tussen de vier en twaalf competenties vastgesteld. Je kunt deze proberen vooraf te achterhalen, of misschien vind je ze terug in de functieomschrijving. Voorbeelden van competenties zijn: discipline, stressbestendigheid, overtuigingskracht, initiatief of besluitvaardigheid. In het uiteindelijke rollenspel zal de trainingsacteur het gedrag dat aan de competenties ten grondslag ligt bij jou gaan oproepen door middel van simulaties. De trainingsacteur doet dit in drie  fases:

Fase 1

In dit stadium stelt de  trainingsacteur zich terughoudend op en wacht de initiatieven van jou als deelnemer af. Voor deze fase wordt 25 procent van de tijd gereserveerd.

Fase 2

In de tweede fase zal de trainingsacteur jou als deelnemer tegenspel bieden. De tegenspelfase is tegelijkertijd de cruciale fase in het rollenspel en beslaat gemiddeld 60 procent van de beschikbare tijd.

Fase 3

Het rollenspel wordt afgesloten met een afrondende fase waaraan ongeveer 15% van de tijd wordt besteed. Kenmerkend bij deze fase is dat de trainingsacteur zijn tegenspel opgeeft en  meer of minder expliciet akkoord gaat met jou als deelnemer. Dit kan je soms verbazen maar de doelstelling bij een rollenspel is om altijd positief te eindigen. De trainingsacteur zal tijdens de tweede fase vaak aansturen op een of meerdere critical incidents. Dit zijn de situaties die bepalend zijn voor het wel of niet slagen van jou als deelnemer aan het rollenspel. Hoe lastig de trainingsacteur op dat moment ook lijkt, hij/zij is in wezen bezig jou van voorzetten te voorzien zodat je die kunt inkoppen. Ga in deze fase dus niet in de verdediging maar blijf goed luisteren, samenvatten en doorvragen. De sfeer in het gesprek is ook erg belangrijk. Zorg dat je, in het korte tijdsbestek, een goede verstandhouding creëert met je gesprekspartner.

Naast alle verbale communicatie is er uiteraard ook nog de non-verbale communicatie. Als een trainingsacteur bijvoorbeeld je inlevingsvermogen wil toetsen, kan deze dat ook doen door een beetje zorgelijk te kijken. Of als een trainingsacteur je stressbestendigheid wil toetsen kan deze ongeduldig met zijn vingers op tafel gaan tikken. Als je hier niets mee doet, zal de trainingsacteur steeds duidelijker gedragingen gaan tonen. Reageer je  hier vervolgens nog niet op dan zal de trainingsacteur doorschakelen naar de volgende competentie. Je krijgt namelijk altijd meer dan een kans om gedrag te laten zien.

Een rollenspel is altijd spannend. Het is daarom goed om te weten dat als je als deelnemer vastloopt in het rollenspel de trainingsacteur je zal gaan helpen d.m.v. metacommunicatie. Dit betekent dat de trainingsacteur je gedrag gaat benoemen om je weer op gang te helpen. Bijvoorbeeld “ik heb het gevoel dat je me niet goed hebt  begrepen”; of “wat kunnen we nou doen om dit op te lossen?”.

Tot slot heeft het weinig zin in een rollenspel instrumenteel gedrag te vertonen. Oftewel: een aangeleerd  trucje, dat niet strookt met het gedrag dat je van huis uit in dergelijke situaties vertoont. Een trainingsacteur is  getraind in het uitlokken van oprecht gedrag, maar ook alle andere tests dragen uiteindelijk bij aan de eindconclusie over je geschiktheid.

Kortom: doe je niet anders voor dan je bent!

Veel plezier bij het rollenspel!

 

Over de trainingsacteur: Janine de Muinck

Na een HBO opleiding Docent Drama was zij jarenlang werkzaam in het bedrijfsleven. Zij werkte als Uitzendconsulent, Salesmanager en Accountmanager. Ze volgde zelf diverse trainingen en opleidingen waaronder de opleiding

Personeelsmanagement, Sales- & Accountmanagement. Het acteren heeft zij altijd gedaan. Oa. bij Toneelgroep BASTA! en in diverse televisieseries zoals Fort Alpha, Goede Tijden Slechte Tijden en Burger Inn. In 2008 ronde zij de opleiding tot Trainingsacteur succesvol af en volgde hierna nog de specialisatie tot assessment-trainingsacteur. Sindsdien combineert zij haar ervaring in het bedrijfsleven met haar trainingsacteurschap en is zij werkzaam als trainingsacteur, mystery-guest en co-trainer.

Voor meer informatie over de inzet van een trainingsacteur in rollenspel: zie www.uwtrainingsacteur.nl.

Categoriën:

Artikelen, Featured
Geen Reacties op “Trainingsacteur”

Geef een reactie